Vitamine B6 vind je in vlees, lever, vis, ei, noten, volkoren granen en graanproducten, aardappelen, peulvruchten, noten, zaden, groente, melk en melkproducten.
Vitamine B6 is belangrijk voor de opbouw en afbraak van aminozuren, zoals het omzetten van het aminozuur tryptofaan in vitamine B3. Verder regelt vitamine B6 de werking van bepaalde hormonen en is nodig voor een goede groei, een goede werking van het afweersysteem en het zenuwstelsel en de aanmaak van rode bloedlichaampjes.
Vitamines
Er zijn 13 stoffen die de naam vitamine hebben. De vitamines zijn in te delen in vitamines die in vet oplosbaar zijn en vitamines die in water oplosbaar zijn. De meeste vitamines krijgen we binnen via voeding. Vitamine D en vitamine K kan het lichaam zelf aanmaken. Daarnaast kan het lichaam ook vitamine A en vitamine B3 maken, maar daarvoor zijn zogenoemde pro-vitamines nodig. Voor vitamine A is dit bètacaroteen, voor vitamine B3 het aminozuur tryptofaan. Het lichaam van de mens kan zelf geen vitamine C maken, net als mensapen en cavia’s. Alle andere dieren kunnen wel zelf vitamine C maken.