IJsheiligen (moestuinblog #284)

‘Meer zomers karakter’

0
180
Na de ijsheiligen wordt de kans op nachtvorst steeds kleiner. (Foto Erik van Huizen)
Na de ijsheiligen wordt de kans op nachtvorst steeds kleiner. (Foto Erik van Huizen)

We zitten in de ijsheiligen. Wellicht één van de oudste en bekendste begrippen uit de volksweerkunde. Na de ijsheiligen is de kans op vorst in het algemeen klein. Vorstgevoelige planten kunnen na die dagen de grond in. Zoals bonen.

De IJsheiligen zijn St. Mamertus, St. Pankratius, St. Servatius en St. Bonifacius. Zij vieren hun naamdagen op 11, 12, 13 en 14 mei. De IJsheiligen ontlenen hun benaming aan mogelijk koud voorjaarsweer. Gewassen staan al vaak in bloei en vorst kan dan schade aanrichten.

Kleine kans op vorst
Het is volgens Harry Geurts van het KNMI echter niet zo dat tijdens de IJsheiligen de kans op een overgang naar koud weer groter is dan op andere dagen in het voorjaar. ‘Abrupte temperatuurveranderingen, die onder andere het gevolg zijn van het nog relatief koude zeewater, zijn kenmerkend voor dit hele jaargetijde en kunnen ook in juni nog voorkomen. Wel neemt na half mei de kans op vorst sterk af en aan het eind van deze maand zijn temperaturen onder nul heel uitzonderlijk. In dat opzicht markeren de IJsheiligen meestal de overgang naar een periode met een meer zomers karakter.’

Reageer op dit bericht

Please enter your comment!
Please enter your name here