Soms is het zo makkelijk om iets te doen voor de natuur, voor de insecten welteverstaan. Of eigenlijk; niets te doen. Zoals de vele bijen, hommels, vlinders en andere insecten op de klimop in de kersenbomen op de Hubertinahof. Lekker laten bloeien dus die klimop. En zeker nu niet snoeien.
Aan het einde van de Hubertinahof staan in ons ‘bosje’, zoals wij het noemen een aantal oude hoge kersenbomen. Er is er al eens een keer een boom tijdens een storm omgewaaid, maar de meesten staan nog fier met de top in de lucht. Daar komen ook de kersen nog steeds aan. Wij kunnen er niet bij, maar de vogels wel. Het is een hoog smulparadijs.
Botsing
Maar de kersen zijn er allemaal van af. Van de boom gevallen, of er vanaf gepikt. Nu staat de klimop te bloeien. De bomen zitten er weer helemaal vol mee. En dat is goed voor de beestjes. Het is een gezoem van jewelste als je er langs loopt. De insecten zijn heel erg druk. En hoewel er voldoende bloemen zijn, is het soms toch dringen. Komt er een bijtje aanvliegen waar een ander al zit te genieten op een bloem. Een zachte botsing is niet meer te vermijden. Gelukkig zijn er geen slachtoffers.
Nectar
Volgens de Bijenstichting is de klimop in dit jaargetijde een ideale plant voor de insecten. ‘Doordat klimop bloeit in een periode dat veel andere planten ermee ophouden, is deze plant ideaal voor bijen en zweefvliegen die nog op zoek zijn naar nectar. Zo kunnen ze voor de winterrust nog een goede maaltijd nuttigen.’
Veel vlinders
Omdat in het najaar niet meer zoveel planten bloeien, is de klimop ook goed voor de vlinders. ‘De vlinders die nu nog actief zijn hebben wel voedsel nodig’, schrijft de Vlinderstichting. ‘Op bloeiende klimop, waar veel nectar in zit, kunnen ze nu goed “bijtanken”. De dagpauwoog zie je nu nog regelmatig rondvliegen. Voordat hij in winterrust gaat, wil hij graag zoveel mogelijk nectar drinken. Dan heeft hij de grootste kans om de winter te overleven. Op klimop, maar ook op herfstaster vinden ze nu nog voldoende voedsel. Ook de gehakkelde aurelia en kleine vos worden regelmatig op klimop gemeld.’
