
Van de paardenbloem kan je werkelijk bijna alles eten. Het blad kan in de sla, van de bloemetjes kan je paardenbloemgelei maken en van de knoppen kappertjes. Maar laat er ook voldoende staan, ze zijn namelijk ook goed voor insecten.
Normaal gesproken worden kappertjes gemaakt van, hoe kan het ook anders, de kappertjesplant. De plant komt voor in het Middellandse Zeegebied en West-Azië. Maar je kan ze dus ook dichterbij huis halen. Van de paardenbloem.
Voor het bereiden van deze kappertjes heb je de nog niet geopende knoppen van de paardenbloem nodig. Je vindt ze meestal in het midden van de paardenbloem, een beetje onderaan. Gebruik wel paardenbloemen die op een schone plek staan.
Hoe je deze kappertjes van paardenbloemknoppen maakt
- Zet de schoongemaakte en gewassen knoppen een nacht weg in zout.
- De volgende dag breng je ze dan in een pan water even aan de kook.
- Laat de paardenbloemknoppen afkoelen en kook ondertussen potjes schoon waar je ze straks in kan doen.
- Laat de knoppen in een vergiet uitlekken.
- Vul de potjes voor driekwart met de knopjes en vul deze verder af met kruiden, specerijen en biologische (appel)azijn.
- Als kruiden en specerijen kan je onder meer peperkorrels, mosterdzaad, korianderzaad kruidnagel, dragon, laurierblad, gember of rozemarijn gebruiken.
- Laat de kappertjes een paar weken tot een paar maanden op smaak komen.
Tip Deze kappertje zijn heel erg lekker bij vegan carpaccio
