Peterselie is een kruid, een heel erg gezond kruid. Het zit vol vitaminen en mineralen. Maar dan moet je wel de verse peterselie eten. Het liefst biologisch.
Peterselie bevat onder meer de vitaminen B11, C , E en K en de mineralen ijzer, calcium en silicium. En dit gezonde kruid kent al een lange geschiedenis. De oude Grieken gebruikten het in combinatie met marjolein al tegen een kater door overmatig alcoholgebruik. Ook stond het duizenden jaren geleden al bekend het immuunsysteem te versterken en te helpen tegen blaasontsteking. Het waren uiteindelijk de Romeinen die het kruid in heel West-Europa introduceerden. Zelf verbouwden ze peterselie als groente. In landen in Noord-Afrika wordt peterselie overigens nog steeds in grote hoeveelheden gegeten. Bijna als een groente dus.
Drie soorten
De peterselieplant is tweejarig en winterhard. Peterselie komt in drie verschillende soorten; krulpeterselie, platte peterselie en wortelpeterselie. De platte peterselie heeft volgens velen de meeste smaak en wordt daarom ook wel Italiaanse peterselie genoemd. Van de wortelpeterselie eet je, zoals de naam al doet vermoeden, de wortel.
In de keuken
De platte peterselie en de krulpeterselie kan je in de keuken rauw gebruiken in een salade, goed fijngesneden, maar ook in warme gerechten. Peterselie smaakt verder lekker in soepen en stoofschotels, zoals ratatouille, maar geeft ook veel smaak aan andere gerechten. Je kan er zelfs een heerlijke pesto of saus mee maken. Gebruik je de peterselie in een warm gerecht, voeg het kruid dan pas als laatste toe. Zo blijven de goede voedingsstoffen het beste bewaard.
De wortel van de wortelpeterselie kan je verwerken als een gewone wortel of pastinaak.
