
Ik had ze nog niet vaak in onze tuin gezien, maar toen we een emmer met gier van heermoes maakten, waren ze er ineens. De strontvliegen.
De strontvlieg (Scathophaga stercoraria) doet zijn naam eer aan, maar het zegt niets hoe deze vlieg er uit ziet. Het is in mijn ogen namelijk een hele mooie gele vlieg, een zogenoemde drekvlieg.
De strontvlieg vindt stront heel lekker ruiken, maar hij eet geen stront. Hij heeft namelijk een zuigsnuit waarmee hij nectar kan opzuigen, maar ook prooien zoals andere insecten kan leegzuigen. De strontvlieg kan een halve tot een hele centimeter groot worden.
Eitjes met vleugeltjes
Als je een groep strontvliegen ziet, dan bestaat deze geheel uit mannetjes. Zij wachten bij een koeienvlaai op de komst van de vrouwtjes. Het vrouwtje vindt de vlaaien door ze te ruiken. De vele mannetjes vechten om met het vrouwtje te mogen paren zodat de eitjes worden bevrucht. Deze leggen ze in de koeienvlaai. De eitjes hebben een soort van vleugeltjes. Deze voorkomen dat een eitje te diep in de stront zakt. Daar groeien de larven op. En vliegen jonge strontvliegen na verloop van tijd wel uit.
Tip Heermoesgier kan je maken door heermoes in water te laten vergisten. Als je het dan verdunt met water kan je het aan de planten geven. Het maakt ze sterker. Maar de gier stinkt dus ook. Als een soort mest. En dat ruikt de strontvlieg.