Bomen die onder de grond met elkaar samenwerken, planten die er alles aan doen om bezocht te worden door insecten, of juist niet, en dieren die hun best doen om te kunnen overleven en zich voort te planten. De natuur zit vernufig in elkaar. De urntjeswesp is daar een mooi voorbeeld van. Hij is een van de beste metselaars.
Ik zag de urntjeswesp (Eumenes) onlangs op ons insectenhotel in de moestuin. Die had ik kort geleden gerenoveerd. Met leem en stenen met gaten erin had ik een hotel Hubertinahof gemetseld. En laat de urntjeswesp nu leem nodig hebben om zijn urn te kunnen metselen. Ik wist het tot voor kort niet, maar de wesp doet dat op een vernuftige manier.
Bolletjes
De urntjeswesp metselt een urn om zich voort te kunnen planten. En dat is een flinke klus. Want allereerst moeten ze op zoek naar bouwmateriaal. In dit geval is dat leem, maar het kan ook zand of klei zijn. Ze maken daar bolletjes van die ze tussen hun kaken naar de bouwplaats brengen. Daar bouwen ze de urm laagje voor laagje op. Een randje rond de opening maakt dat de urntjeswesp goede houvast heeft bij het betreden van de urn.
Verse rupsen
Als de bouw van de urn gereed is, zet het vrouwtje een eitje af aan de binnenkant van de urn. Nadat ze voedsel in de urn heeft achtergelaten, meestal rupsen, metselt ze de urn dicht. Dat doet ze met het materiaal van de rand van de urn. Maar niet nadat ze met haar voelsprieten heeft gecontroleerd of het nest helemaal vol zit met voedsel voor de nakomelingen. Omdat ze de rupsen met haar angel niet gedood heeft maar slechts verdoofd, blijven de rupsen nog lange tijd lekker ‘vers’.
Camouflage
Als laatste dekt het vrouwtje de urn nog af met camouflagemateriaal zodat deze minder opvalt. Vaak is dat mos of ander plantaardig materiaal. Na een paar dagen is de urn hierdoor vrijwel onopvallend in de natuur opgegaan. Hongerige vogels die zich tegoed willen doen aan de door het vrouwtje verzamelde rupsen, kunnen de urn niet meer vinden. Zo vernuftig.
