
Beestjes hebben meestal niet voor niets de naam gekregen die ze dragen. Vaak past deze bij ze als een oude jas. Zoals bij deze lieveling. Dit vlindertje kwam zelfs even bij mij zitten.
Het was opnieuw warm deze dag. De hittegolf was een feit. Ik was daarom vroeg in de morgen al bezig in de moestuin. Een routineklus. Het bedje met prei aan het schoonmaken. Hierbij komen dan van allerlei beestjes tevoorschijn. Uit de grond. Ik zag een wolfspin wegsprinten. Maar er kwam ook een vlindertje aanfladderen. Uit het niets. Ze ging op de zwarte ton zitten waar ik het onkruid in deed. Net nog een beetje in de zon. Lekker warm. Het was een lieveling. Achteraf leek het wel mijn lieveling.
Opschuiven
Het vlindertje bleef op de ton zitten, maar schoof steeds meer naar mij op. Ik probeerde haar niet te storen en bleef een beetje uit de buurt. Lieveling had echter andere plannen. Ze wilde dichterbij komen. Ze ging op de grond zitten waar ik aan het werk was. Ik stak mijn hand uit. En toen gebeurde wat ik nooit had verwacht. De lieveling kwam op mijn hand zitten. We keken elkaar aan. Ik praatte wat, zoals je dat doet tegen een baby. Ze bleef een minuutje en koos vervolgens het hazenpad. Wat een lieveling.