
Soms overkomt je iets, waar je jezelf over blijft verwonderen. Is het nu toeval, of is het voorbestemd. Zo ook in onze moestuin. Daar kwam de grote groene sabelsprinkhaan op mijn pad.
Als ik in de onze tuin kom, loop ik allereerst een rondje. Even kijken wat er allemaal is te zien, te verwonderen. Mijn zintuigen gebruiken. Soms is dat een geluid, dat ik iets lekkers ruik, een bepaald gevoel opkomt, of een plantje of een beestje zie. Deze ochtend zag ik de grote groene sabelsprinkhaan op de bramenstruik. In mijn ogen een enorme moestuinbeestje.
‘Tussenstation’
De sprinkhaan zat rustig op de struik. Lekker in de warmte. Hij was duidelijk in zijn element. Bewoog amper. Ik fotografeerde hem voor mijn moestuinbeestjesblog en liet hem met rust.
Na een half uur besloot ik nog eens te gaan kijken. Hij zat er nog steeds. Maar nu staarde hij mij aan met zijn priemende ogen. Hij nam een sprong en landde op mijn hand. Maar ik bleek slechts een ‘tussenstation’, hij zweefde door naar de appelboom. Ik was hem kwijt.
Gezelschapsbeestje
Na wat werk in de tuin te hebben gewerkt, besloot ik even aan tafel wat te gaan drinken. Een lekker kopje verse kruidenthee. Lekker even in mijn eentje rustig ontspannen. Dat alleen zijn duurde echter niet lang. Na een minuut kwam de grote groene sabelsprinkhaan naast mij zitten. Ik weet niet of het dezelfde was als eerder, maar het voelde wel zo. We keken elkaar aan. Ik voelde een soort verbondenheid, hij dacht wellicht ‘wat een vreemde vogel’. Ik morste wat thee op tafel, hij ‘likte’ eraan.
Na vijf minuten van elkaars gezelschap te hebben genoten, gingen we ieders onze eigen weg. Ik naar de pompoenen, hij verdween opnieuw in de appelboom.